Compositie, of: de plaats van de dingen

Compositie is: waar plaats je je dingen in het vlak, of de ruimte, van je schilderij. Als je schildert, kun je er vanuit gaan dat je doek een weerspiegeling is van je eigen constitutie. Vooral als je zonder onderwerp schildert - zoals embryoloog Jaap van der Wal al zei: hoe wij scheppen, vloeit voort uit hoe wij zelf geschapen zijn. Ik bespreek hier een aantal wetmatigheden die je kunt tegenkomen.

De wetmatigheden die ik hieronder schets heb ik gevonden door dingen te maken, het is kennis achteraf. Het is een vorm van wiskunde, maar dan in de vorm van lichaamsintelligentie. Wiskunde in die vorm van de krachten die je lichaam gevormd hebben. Er zit een bepaalde volgorde in hoe ik hiertoe gekomen ben: eerst was er het kleuronderzoek, toen het werken met kleurprocessen, daarna het perspectief samen met de hieronder omschreven compositie-wetmatigheden.

Het is belangrijk om deze dingen niet abstract op te vatten. De wetmatigheden die ik hier geef zijn wiskundig, maar wiskunde is het beeld van de levenswereld, en die bestaat uit wezens, met een eigen bestaan, karakter en gevoelsleven. Het is belangrijk om dat te onthouden. Je kunt alleen op een goede manier met deze wetmatigheden omgaan als je respect hebt voor de wezens waaruit hij bestaat. Verder moet je jezelf actief in balans houden, als je dit gebied betreedt. Door het werken met kleur en kleurprocessen kun je leren wat wel en niet gezond is, en het is ook nodig om deze kennis toe te passen om je ontwikkeling in goede banen te leiden. Op deze pagina vind je de wetmatigheden als raamwerk, klik hier voor de verschijnselen die je in het werken kunt tegenkomen

De groene dame zingt

Ik ben wat stil is en toch beweegt,
wat thuis is en altijd buiten
Ik zou menselijk kunnen zijn, maar ik ben te graag alleen,
voel me te zeer thuis in voorwereldlijke regionen.
Heel soms krijg ik een mens op bezoek,
waarmee ik verkeer zonder woorden
Wij begrijpen elkaar in sfeer, in gebaren,
ondanks de vreemde distantie van het medium
(glimpen bewustzijn in verwondering...)

De kracht die wij delen is immens,
maar zacht, en in inerte vorm,
als een ademtocht die door je spieren gaat.

Kom, dans met mij, volg wat ik doe
Ik neem je bewegingen wel over
Tussen boven en onder weet je wie je bent,
tussen voor en achter wat was en wat gaat komen,
tussen links en rechts hoe het is voor jou,
en hoe de dingen zijn gekomen

Voel het na, herschep jezelf
Wat ik je leer is wat ik ben
Doordat jij begrijpt, word ik opnieuw geboren

 

Horizontaal en verticaal hebben heel basaal te maken met een gericht zijn op de aarde of wereld (horizontaal) of op de geest (verticaal). Boven en onder hebben te maken met het verticale, "hoger of lager", de positie tussen licht en duisternis. Links en rechts bevindt zich in het horizontale, en zorgen voor beweging, zoals die in afwegingen. Beweging is gevoel. Het wordt mogelijk als links en rechts niet hetzelfde zijn. Ook ons lichaam is links anders dan rechts (kijk naar de ligging van onze organen). Voor en achter hebben met perspectief te maken, dat behandel ik elders. boven en onder, links en rechts, voor en achter hebben te maken met de dimensies waarin wij leven en ons bewegen. Lees a.u.b. het gedicht onderaan de pagina. Klik hier om te lezen hoe je deze dingen in het werk kunt tegenkomen

De hoeken van je schilderij

Een schilderij is doorgaans rechthoekig (Alleen mandala's zijn rond). Rechte hoeken zijn heel fundamenteel. Ze staan voor een dimensiewisseling (je kunt ook zeggen: een overgang naar een andere bewustzijnstoestand). Je moet dit ruim zien: het kan dan gaan om bijvoorbeeld water dat van vast naar vloeibaar gaat (ijs dat smelt), maar ook om een mens die zich bewust wordt van zijn engel. In de natuurrijken komt het als volgt terug:

Een mens staat rechtop, het dier als oerbeeld staat haaks op de mens (horizontaal), en de plant staat daaarop weer haaks (180 graden ten opzichte van mens). Een plant staat met zijn hoofd in de grond en richt zijn geslachtsorganen naar boven. Een mens groeit vanuit het hoofd naar beneden.

  positie ten opzichte van mens bewustzijn
 mens verticaal 0 graden helder waakbewustzijn
 dier horizontaal 90 graden droombewustzijn
plant verticaal 180 graden droomloos slapend bewustzijn
mineraal horizontaal 270 graden trancebewustzijn

 

de eeuwigheid of geestelijke wereld

de toekomst

linksboven

rechtsboven

 

Linksonder

het verleden

 

rechtsonder

het heden

Tijd en bewustzijn hebben nauw met elkaar te maken (bewustzijn is gemaakt van tijd). De hoeken van je schilderij werden door Liane Collot-d'Herbois gekoppeld aan tijdsmomenten.

Zelf gebruik ik dit alleen als kennis-achteraf; als ik iets gemaakt heb kijk ik wat er in de hoeken gebeurt om te zien of er wat aan af te lezen is. Het is wel zo: als je deze dingen kent, kunnen ze een rol gaan spelen terwijl je werkt, waardoor ze zichzelf versterken (op deze manier werk je je hypotheses uit)

 

"het begin van de 20e eeuw", aquarel, 40 x 30 cm
Het schilderijtje hierboven begon met een veeg viridiaan-groen linksboven, en een veeg magenta rechtsonder. Hiertussen kwam het blauw als intervalwerking, waar zich een wolk in vormde. Het beeld bouwde zich van daar uit verder op, totdat onderin, als tegenwicht voor het industriegebied dat links zichtbaar is, een beweging onderlangs naar boven ging, en die een wit huis vormde (zoals in het sprookje van goethe: de tempel die boven de grond komt). Dit alles deed me denken de tijd van begin 20e eeuw. De industrialisatie kwam toen op, en tegelijk daarmee verschenen allerlei nieuwe vormen van spiritualiteit die in de openbaarheid (wat tot die tijd een paar eeuwen ondergronds gebleven was)

Het maakt voor de opbouw van je kleurproces veel uit wat er in de hoeken gebeurt, of een bepaalde beweging bijvoorbeeld rechts uit beeld loopt, of toch wegloopt naar de onderkant. Links, rechts, boven en onder zijn specifieke kwaliteiten. Maar dat zie je vanzelf als je erop let.

Werken vanuit je constitutie

Als je vanuit je constitutie schildert, vind je verschillende gebieden daarvan ook als werkingsgebieden terug in je schilderij. Het hart en het middenrif zijn meestal het makkelijkst terug te vinden, het hart omdat het niet helemaal in het midden ligt, en het middenrif omdat die de horizon vertegenwoordigt, de scheiding tussen land en lucht. Als je deze dingen begint te herkennen, kun je aan de hoogte van de centra of orgaangebieden zien welk deel je hebt weergegeven. Je schilderij kan je romp weergeven, of alleen je borst, of zelfs alleen je buik. De indeling van die centra is voor mij niet iets gefixeerds, ik kijk iedere keer opnieuw hoe een en ander zich vormen wil. Het belangrijkste is, dat je ongeveer weet waar je bent.

 
input vanuit het denken of het hogere (licht)
 
Borstgebied, voelen.
Het optische midden.
maag/middenrif - het wiskundige midden
centrum van het wilsgebied 
 
de poort naar onderen
 
Er zijn allerlei systemen op dit gebied, waarvan ik soms ook dingen in mijn werk terug zie (bijv. van de kabbalistische levensboom, of de indeling in centra van de chinese alchemie). Dit soort systemen kun je zien als paden of systemen die je in jezelf kunt ontwikkelen, een onontwikkeld mens is meer ongevormd en ongedefinieerd. Gevormd zijn heeft echter niet alleen voordelen, het kan ook beperkend werken (je kunt dan bijv. allleen nog je eigen mensen begrijpen). Waar het op aan komt is, de kracht te hebben jezelf te allen tijde opnieuw te kunnen vormen. Anders kun je je niet verder ontwikkelen.

Deze punten spelen niet alleen als centrum een rol, ze verdelen je schilderij in verschillende gebieden. Het exacte midden komt overeen met je maag. Het verdeelt je schilderij in een vrij krasse tegenstelling tussen geest en materie. Het optische midden (het snijpunt van het christelijke kruis) komt overeen met je gevoels-midden (ter hoogte van je hart), en dat heeft als werkingsgebied weer een heel ander karakter (het is meer een warmtegebied dat zichzelf kan dragen.)

spiegel of foto? Etherisch of astraal.

Je schilderij kan een raam zijn, waardoor je naar buiten kijkt (of waar je je in spiegelt), maar het kan ook een verzelfstandigd beeld van je zijn. Als je schilderij een spiegel of raam is, zit je hart links op het schilderij. Als je schilderij een fofo of verzelfstandigd beeld van je is, zit het hart rechts. Astraal of spiegelend is:"ik", etherisch is: de "ander". Spiegelend wil zeggen, dat je je schilderij maakt zoals je van jezelf uit ergens naar kijkt. Je werkt dan primair vanuit je astrale lichaam (je bewustzijnslichaam). als je je schilderij maakt alsof je een reproductie van iets vanuit jezelf neerzet (waardoor je rechterhand dan links zit), werk je vanuit je etherische- of levenskrachten lichaam. Je doet dan als het ware een beeld van jezelf uitgaan die zich verzelfstandigt tot een schilderij.

Hiernaast zie je waar je organen ongeveer liggen, bij de weergave als foto of van je afgezonderd exemplaar (zienswijze vanuit het etherische lichaam).

Bij het beeld als spiegel of raam is het andersom: dan zit het hart links, net als in je eigen lichaam.

 

  Keel  
long  
long
 
hart  
 
 
     
 
maag
milt
lever    
  darmen  
    nier
nier    
     

 

Studie van de karmijnbeweging (door het lichaam heen)

Het (lagere) 'ik' (zoiets als, het levende beeld van het 'ik' in het astrale lichaam) komt van links boven je hoofd schuin je lichaam in vallen (het komt vanuit de toekomst, de rechterbovenhoek van je schilderij). Als er een schuine lichtinval is, kun je ook hieraan zien of je op astraal- of etherisch niveau aan het werk bent. (inval van rechtsboven: etherisch - inval van linksboven: astraal).

Linksom en rechtsom

Als je vanuit kleurprocessen werkt heb je meestal te maken met draaiende bewegingen, die in- en uitspiraliseren. Linksom is hierbij anders dan rechtsom. Linksom (tegen de klok in) is etheriserend ofwel licht makend/oplossend, tot leven wekkend. Rechtsom (met de klok mee) is astraal/materialiserend. Dit laatste kun je zien als de invloed van ons dagbewustzijn op ons lichaam: een licht dodende werking die zich uitdruk in het afzetten van afvalstoffen. Dat voelt gewoon zo. Maar ook is van aminozuren bekend dat ze in levende organismen bijna altijd linksom draaien, en dat ze rechtsom gaan draaien als het organisme afsterft.

In je schilderij hebben deze draaiingen te maken met tijdstromen. Ons bewustzijn is 'gemaakt' van twee soorten tijd. Er is natuurlijk de tijdstroom van verleden naar toekomst (de normale loop van de tijd, de cycli van de natuur). Als we alleen die zouden hebben, zouden we geen bewustzijn hebben (zoals een vis het water en de stroom niet voelt, als hij meedrijft). In ons is ook een tijdstroom die van de toekomst richting verleden gaat: onze plannen, wensen, begeertes. In het nu komen ze samen, in de botsing ontstaat bewustzijn. Dit soort bewustzijn heeft een dier ook. Wat ons menselijk maakt, is dat wij op dit 'nu' ook nog kunnen reflecteren vanuit ons ' ik' .

Draaiingen hebben een centrum waaraan ze gebonden zijn (wat ook veranderen kan), soms is dat centrum een lichtbron soms staat het stil, en soms beweegt het, of wordt het verlaten. Door de bewegingen in je wordende schilderij te volgen, kun je aanvoelen wat er op welke plek wil ontstaan.

Het schilderij hiernaastj kun je zien als een heel droog en technisch beeld van de manier waarop ons bewustzijn in onze lichamelijkheid en wil verankerd is.

Metrotunnel, aquarel (60 x 50 cm)

dit schilderij maakte ik n.a.v. een foto van een metrotunnel in de daklozenkrant. De lampen in de tunnel werden ringen van magenta en groen licht. Magenta en groen maken samen het zichtbare licht, dat ontstond naar het centrum toe (licht aan het einde van de tunnel). Links en rechts werden resp. meer rood- en meer blauwachtig. daardoor ontstonden (spiraliserende) bewegingen naar voren en naar achteren. Het plasje op de grond was nodig als referentiepunt: de bewegingen die naar achteren gingen hadden een referentiepunt (het einde van de tunnel), de bewegingen die naar voren kwamen hadden ook zo'n punt nodig. Anders zou je de ruimte niet in kunnen schatten. Het werken met deze bewegingen heeft dus ook te maken met perspectief.

 

 

Werken vanuit deze wetmatigheden

doe je meestal op gevoel. Maar bewustzijn achteraf kan interessant zijn en bewustzijn scheppen. Je kunt het ook omdraaien en jezelf een opdracht geven vanuit deze voorkennis, dan wordt je schilderij een vorm van onderzoek.

Als je met deze wetmatigheden gaat werken, gebeurt er veel in de fase vóórdat je schilderij vaste vorm aanneemt. Het werken met dunne transparante lagen en met een gedefinieerde vaagheid (alles wat nog geen scherpe lijnen heeft, kan nog veranderen) kan hierbij helpen. Hierin kun je leren om diepere lagen van je gevoelens of werkingen van andere wezens waar te nemen, en uiteindelijk ook te schilderen. Je moet jezelf actief in balans houden, als je dit gebied betreedt. Door het werken met kleur en kleurprocessen kun je leren wat wel en niet gezond is, en het is ook nodig om deze kennis toe te passen om je ontwikkeling in goede banen te leiden.

Nogmaals: de wetmatigheden die ik hierboven schets heb ik gevonden door dingen te maken, het is kennis achteraf. Het is een vorm van wiskunde, maar dan in de vorm van lichaamsintelligentie. Wiskunde in die vorm van de krachten die je lichaam gevormd hebben. Er zit een bepaalde volgorde in hoe ik hiertoe gekomen ben: eerst was er het kleuronderzoek, toen het werken met kleurprocessen, daarna het perspectief samen met de hieronder omschreven compositie-wetmatigheden.

En: al deze wetmatigheden zijn wiskundig, maar ze zijn afkomstig uit het levensgebied. Het is belangrijk om deze dingen niet abstract op te vatten. Het levensgebied bestaat uit wezens, die een eigen karakter, bestaan en gevoelsleven hebben. Het is belangrijk dat te onthouden.

 

 

 

 
     

 

het atelier
creatieve processen

kleur, vorm, klank

kleuronderzoek

compositie

perspectief

technische tips
kijken naar kunst
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
home